top of page

Hans Christian Andersen

Laura Surentu, 2010, Toronto

Er was eens, ooit lang geleden, een arme verlegen jongen, die in Denemarken in het kleurige stadje Odense woonde. Ondanks de bescheiden afkomst van de jongen, klom hij de sociale ladder op en slaagde erin om in Kopenhagen een beroemd schrijver te worden. Twee eeuwen later zijn de verhalen van Hans Christian Andersen over de hele wereld nog steeds bekend.

 

Enkele jaren geleden bezocht ik in Odense het H.C. Andersen Museum. Ik was behoorlijk onder de indruk van Andersens creativiteit. Sprookjes borduren over het algemeen voort op vertellingen die generaties lang worden doorgegeven, maar deze schrijver had zelf een heel scala aan ‘nieuwe’ sprookjes gemaakt. Verder maakte hij ook tekeningen, o.a. van landschappen die hij tegenkwam tijdens zijn reizen in Europa. De Deense schrijver had verder de bijzondere gewoonte om, tijdens het vertellen van sprookjes, te knippen in een dubbelgevouwen papiertje. Bij het slot van het verhaal opende hij, als een soort 19e eeuwse ‘special effect’, het papier waarin figuren waren geknipt, tot veel plezier van zijn publiek.

 

Bekende sprookjes van Andersen zijn De prinses op de erwt, De nieuwe kleren van de keizer, Het lelijke eendje, De Chinese nachtegaal, De rode schoentjes en het tragische verhaal van De kleine zeemeermin, die tevergeefs verlangde naar haar prins. De originele versie scheelt enorm van de Disney versie, en gaat ongeveer als volgt:

 

Een zeemeermin redde ooit een prins van de verdrinkingsdood en werd daarna hopeloos verliefd op hem. Ze ging naar de gemene Zeeheks om te vragen of zij haar in een mens kon veranderen. De heks vervulde haar wens, maar met allerlei pijnlijke bijkomstigheden, en met de nare voorwaarde dat ze moest sterven als de prins haar liefde niet zou beantwoorden. En helaas, de prins koos een andere vrouw. De zeemeermin mocht blijven leven als ze de prins met een betoverd mes zou vermoorden, maar dat deed ze natuurlijk niet, en de mooie heroïne veranderde in zeeschuim.

 

Wellicht dat Andersen het verhaal wat deprimerend vond, want later paste hij het einde aan. Inplaats van in zeeschuim te veranderen werd de zeemeermin een ‘ dochter van de lucht’: een soort dwalende geest die zich mocht verheugen op een plekje in de hemel. Een andere aanpassing verhaalt dat de tijd die de zeemeermin-geest nog moest wachten voordat ze de hemel in mocht, afhing van hoe braaf kinderen waren. Wat dat betreft was Andersen duidelijk een kind van zijn tijd. We vinden in zijn verhalen onderwijzende en realistische elementen terug van de Verlichting, en de sentimentele gevoelens van de Romantiek, die de 19e eeuw zo’n specifiek karakter gaven.

Hij schreef ook humoristische verhalen, en ironische sprookjes. Er zijn verbanden te bespeuren tussen Andersens eigen leven en zijn vertellingen. Onderzoekers benadrukken op basis van dagboeken zijn zoektocht naar ware liefde en seksuele oriëntatie, en frustraties wanneer zijn liefdesverklaringen onbeantwoord bleven. Deze gevoelens zijn terug te vinden in De kleine zeemeermin. Ook Het lelijke eendje zou gebaseerd zijn op Andersens jeugd, hij was immers vaak zelf de vreemde eend in de bijt, mede doordat hij vrij lang was. (Als volwassene had Andersen schoenmaat 47.)

 

Gelukkig voor Andersen, ontpopte hij zich later als een gracieuze schrijver, wiens verhalen later in 153 talen zou worden vertaald. En dat Andersen nog lang niet is vergeten, blijkt ook uit het feit dat we nog jaarlijks de Internationale Dag van het Kinderboek op 2 april vieren; dit is namelijk Andersens verjaardag.

Bron illustratie: Odense City Museums

odense city museums.jpg
bottom of page